Iedereen maakt weleens een taalfout. Ja, zelfs mensen die van schrijven hun beroep gemaakt hebben ontkomen er niet aan. Ik kreeg een tijdje geleden nog een mailtje terug nadat ik mijn social media geheimen via de mail had gedeeld en daar een samenstelling los van elkaar schreef. Dat vond de persoon aan de andere kant toch een beetje zonde van de waardevolle e-mail. Ik voelde me op dat moment ontzettend dom en daarom heb ik een lijstje gemaakt van bepaalde kritieke fouten die je te allen tijde moet vermijden omdat ze je dom laten lijken.
Hieronder de top 10 taalfouten die je nooit meer mag maken en die je nooit meer zal maken omdat je ze nu gelezen hebt.
1.) als/dan
Dit is een fout die redelijk vaak gemaakt wordt, terwijl er een heel makkelijk ezelsbruggetje voor is; ‘als’ gebruik je in een vergelijking en ‘dan’ bij een overtreffing.
Voorbeeld:
Jij bent net zo lang als ik ben. (vergelijking, we zijn even lang)
Jij bent langer dan ik ben. (overtreffing, je overtreft mij in lengte)
Als je niet zeker weet of je ‘als’ of ‘dan’ moet gebruiken; vraag jezelf dan af of je iets met elkaar vergelijkt of dat hetgeen je benoemt wordt overtroffen.
2.) enige/enigste
Wat is nou het juiste gebruik van enige en enigste? Enig(e) is een bijvoegelijk naamwoord en betekent ‘waarvan er geen tweede is’. Iets wat juist schattig of vertederend is wordt enig genoemd. Enigste is dan zoiets als het schattigste wat je hebt gezien.
Voorbeeld:
Dit is je enige kans. (er komt geen tweede kans)
Enigste kan je alleen gebruiken als je er iets mee aanduidt dat heel fijn of mooi is.
Voorbeeld:
Dit is de enigste puppy die ik ooit heb gezien. (mooiste, schattigste)
Met ‘enige’ en ‘enigste’ worden vaak fouten gemaakt. Denk na over wat je omschrijft, dan zal je dit niet (meer) fout doen.
3.) middelste/middenste
Hierover is geen twijfel mogelijk. Toch wordt deze taalfout nog wel gemaakt. Echter is er maar een mogelijkheid en dat is ‘middelste’.
Middelste is een bijvoegelijk naamwoord en betekent; zich in het midden bevinden.
4.) dat/wat
Wanneer gebruik je ‘wat’ en wanneer ‘dat’? Ook voor dit taalprobleem is een ezelsbruggetje bedacht.
Je mag ‘wat’ alleen gebruiken op het moment dat je het ook voor ‘hetgeen’ kunt vervangen. Als je iets kunt aanwijzen kun je het vaak ook met dat aanwijzen, terwijl een vaag begrip met wat wordt aangeduid.
Voorbeeld:
Dat boek is waardevol, wat komt omdat het zeldzaam is.
Dat boek is waardevol, hetgeen komt omdat het zeldzaam is.
5.) d/dt
Vind jij het soms lastig om te bepalen of je alleen en ‘d’ of toch ‘dt’ moet schrijven? Vul dan voor het woord, waarvoor je de uitgang moet bepalen, ‘lopen’ in.
Voorbeeld:
Ik rijd in een auto (ik loop…)
Jij rijdt in een auto ( jij loopt…)
Wanneer ‘loop’ het beste klinkt in de zin die je wilt schrijven is de uitgang dus alleen een ‘d’ als ‘loopt’ beter klinkt dan wordt de uitgang ‘dt’
6.) jouw/jou
Het correct toepassen van ‘jou’ en ‘jouw’ gaat soms mis. Dit komt vaak omdat als we de nadruk willen leggen op jou je vaak in spreektaal jouwww zegt. De verleiding is dan groot om het ook zo te schrijven, maar dat is vanaf nu niet meer nodig als je een simpele regel onthoudt; ‘jou’ is een persoonlijk voornaamwoord en ‘jouw’ een bezittelijk voornaamwoord.
Voorbeeld:
Komt jou dat goed uit? (je vraagt een persoon iets)
Dat is jouw auto. ( je duidt bezit aan)
7.) sowieso
‘Sowieso’ is sowieso een woord dat nog met enige regelmaat fout wordt geschreven. Velen schrijven bijvoorbeeld ‘sowiezo’ of ‘zowiezo’. De enige juiste spelling is ‘sowieso’.
Ik moet bekennen dat ik deze fout vaak bij mijn eigen teksten moet verbeteren. Gelukkig ben ik altijd op tijd bij, voordat ik een tekst opstuur of publiceer. Gelukkig mag je in kladversies fouten maken, als de definitieve versie je maar niet een dom gevoel geeft als iemand je op een fout betrapt.
8.) pleonasmen
Een pleonasme is een stijlfout die je kunt maken zonder dat je het meteen doorhebt. Bij een pleonasme herhaal je iets dat eigenlijk al kenmerkend is voor het hoofdbegrip.
Je zegt dus eigenlijk twee keer hetzelfde. Een pleonasme is niet altijd fout maar kan soms een beetje dom overkomen.
Voorbeeld:
De natte regen vormde grote plassen. (een kenmerk van regen is dat het nat is)
Het koude ijsje gaf me een brainfreeze. ( een kenmerk van ijs is dat het koud is.)
Als de eigenschap van iets zo duidelijk aanwezig is hoef je het niet nogmaals aan te duiden.
9.) contaminaties
Contaminaties zijn foutieve samentrekkingen van twee woorden of uitdrukkingen. Vooral in de spreektaal komt dit vaak voor. Een eenmalige contaminatie is een verhaspeling, je verspreekt je.
Een bekende contaminatie van vorig jaar is “zo trots als een aapje”. Deze zin werd geuit door voetbalcommentator Johan Derksen. Hij maakte een samentrekking van ”zo trots als een pauw” en ”apetrots”.
Naast de eenmalige contaminatie bestaat ook de ingeburgerde contaminatie en daar moet je juist voor oppassen want je lijkt er dommer door.
Voorbeeld:
Deze auto kost duur. (deze auto kost veel of deze is auto is duur)
Zij moet alles overnieuw doen. ( zij doet alles over of zij doet alles opnieuw)
Deze samentrekkingen worden in de volksmond vaak gebruikt, toch blijven ze fout.
10.) tautologieën
Een tautologie is een woord benadrukken met een ander woord dat bijna dezelfde betekenis heeft. Sommige tautologieën zijn zo ingeburgerd dat ze niet meer als fout worden aangemerkt.
Voorbeeld:
We blijven voor eeuwig en altijd samen.
Ik kreeg deze radio gratis en voor niets
Andere tautologieën worden minder geaccepteerd, dus let erop deze niet te verwerken in je schrijfkunsten of dagelijkse gesprekken.
Voorbeeld:
Misschien kun je het wellicht zelf proberen.
Je bent verplicht nog te moeten betalen.
Het hotel was vuil en smerig.
In deze zinnen moet je een van de twee dikgedrukte woorden weglaten, zodat je een correcte zin creëert.
Met deze grammaticaregels vers in je geheugen kan je er zeker van zijn dat jouw volgende blog, vlog, brief of gesprek zonder domme taalfouten verloopt. Dat lullige gevoel wil je gewoon voorkomen.